De leeuw en de vlo

Guido van Geel

 Koning Nobel en de vlo

 De leeuw trots met manen op zijn hoofd
 werd onder zijn kroon door jeuk geplaagd.
 Hij wist door wie zijn bloed daar werd geroofd
 en had die kleine dief al ter zitting uitgedaagd

 Maar die liet verstek, hij was er al
 en hoorde hoog gezeten des koning klagen.
 Zo leed de grote terwijl de kleine stal
 en genoot van de rode dis, al zijn diefjesdagen

 De vorst in zijn praal danig aangetast
 ging zelfs bij Reynaerd Vos te rade
 die schalk was meestal ieders last
 maar nu goed genoeg van waarde.

 Die vond een hele kleine aap,
 zo een rakker, een luie rooie
 maar wel vingervlug die knaap
 en des Dierenvorst, die liet zich vlooien

 Als je de grote heren te slim wilt zijn
 pas dan op voor het knecht venijn

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 19-04-2014

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Guido van Geel (Actief sinds: 28-03-2014)

Informatie bij het gedicht

Fabel 4

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘De leeuw en de vlo’ van Guido van Geel zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.