ANDERHALVE EEUW
Het jaar achttienhonderdvijfenvijftig schenkt
de papoese wildernis een lichtstraal:
daarin glanst Gods Woord vol onversaagde taal,
die het duister vorst, het verguisde wenkt.
De Blijde Boodschap wordt geweerd of gekrenkt…
Toverpriesters horen een nieuw verhaal,
willen strijd, sterken hun geheime zaal.
Zijn angst en liefde door elkaar gedrenkt?
Geduldig schrijdt het Evangelie voort,
verdrijft gevreesde, loerende machten,
toont mensen het aanzien van de hemelpoort.
Helder klokgelui schept vrije gedachten,
thans op heel het eiland verwoord;
christenzang is een klank der tropennachten.
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht »
Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken
Over dit gedicht
Geplaatst op: 06-08-2018
Beoordeel dit gedicht nu
Over deze dichter
Han Messie (Actief sinds: 18-01-2018)
Informatie bij het gedicht
In 1855 bezochten de Duitse zendelingen Ottow en Geissler als eerste pioniers het gevreesde Nieuw-Guinea. Ottow overleed in 1863, Geissler in 1870. Maar hun zwoegen heeft heel wat vrucht afgeworpen.
Auteursrechten
Op dit gedicht ‘ANDERHALVE EEUW’ van Han Messie zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.