Aan de zee

Drikus Engelenhoven

De discipelen gingen weer naar zee
om zoals voorheen te vissen
dit hebben ze lang niet gedaan
wat zal er door hen heen zijn gegaan?
Ze namen hun visgerei weer mee!
Hebben ze alles, of zullen ze nog wat missen?
Ze deden hun best, maar niets vingen zij
en daar op de oever stond Hij
maar ze wisten het niet
dat het hun Meester was
en dat kwam Hem precies van "pas"
Hij roept en doet alsof Hij hun strijd niet ziet!
Kinderkens, hebben jullie niet wat vis?
Ontredderd zeggen zij van nee!
Werp het net dan aan de andere kant in zee
dan zeg Ik u: Dan is het niet mis!
En..........? Een net vol vissen!
Dan zegt Johannes tegen Petrus:
Het is de Heere Jezus!
Dan is Petrus niet meer te houden;
werpt zich in zee en komt behouden
bij zijn Meester aan de oever aan.
Een vol net, dat was het
wat hun verbaasd deed staan
Honderd drie-en- vijftig!
dat was voor hun heel heftig!
Ze keken Hem aan;
niemand durfde te vragen, wie bent U?
Het begon bij hun te dagen en nu?
Zo is Hij hun geopenbaard
en kregen zo van Hem een behouden vaart.
Hij spreekt met hun in liefde, ook met gezag.
De Bijbel maakt daarvan gewag.
Ga ik voor Hem overstag?
en zeg daarmee tegen de wereld gedag?
Staat er op mijn levensscheepje Zijn vlag?
Dan vaar ik op veilige grondslag!
En komt er dan een zeeslag,
dan is op mij gericht: Zijn oogopslag!

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 21-11-2017

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Drikus Engelenhoven (Actief sinds: 18-10-2016)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘Aan de zee’ van Drikus Engelenhoven zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.