INLOGGEN
«»

In de natuur

Al fietsend door de natuur
komt m'n gemoed in vlam en vuur.
Bos en heide, daar een groene weide
Huppelende konijntjes
ze doen me denken, heel fijntjes:
Dat het vrome volk in God verheugd
huppelen zal van zielenvreugd.
Terwijl ik blij van mijn Schepper zing
zie daar, een zandverstuiving;
Dan ineens dode bomen,
ze spreken van mijn vergankelijkheid
en dat ik leven moet in afhankelijkheid.
Het zijn echt geen dromen!
Een omgevallen boom
en waar hij valt blijft hij liggen!
'k Zie struiken vol met bessen
ze dragen veel vrucht
wat een lessen
en ik zucht:
Tussen die natuur mag ik leven,
maar 'k ben nog een zondaar;
toch wil God mij dit geven,
'k ben nog niet klaar!
Natuur, nu al zo mooi en schoon,
maar als straks de Zoon
terugkomt, dan is daar
de eeuwige heerlijkheid
in alle eerlijkheid!
Daar is God
alles en in allen
in hen die Hem lief kregen;
voor hen is die zegen
Zie en hoor het in de natuur;
lees het in de Schriftuur(=Bijbel)
tot...
Ik voor eeuwig in Gods handen mag vallen
of.....! Net als die boom die is omgevallen?
Hij stond en lag in de natuur
en dan komt voor hem het uur
van het eeuwige vuur!
'k Stap even af
om te overdenken wat God mij geeft en gaf
meer nog; wat Hij me laat
en dat Hij mij niet verlaat!
Opeens een wesp, dat vindt ik lastig;
maar mijn hart? Het kan zijn zo weerbarstig!
'k Kon net nog een kever ontwijken,
die als het ware zegt: je zult niet bezwijken!
Naast me staat een pol met biezen
en zegt me dat ik moet kiezen
elke dag weer
voor Gods eer!
"k Stap weer op
en iets verderop:
Een vennetje met riet, dat heen en weer wuift
en zegt: Pas op dat je de keuze niet voor je uit schuift!
'k Kom tegen, allerlei mensen;
wat leeft er in hun hart?
Misschien een hart vol smart
of.......? Dat ze God verwensen!
Mensen; ze zijn toch van de schepping het juweel,
maar hoeveel
die God hierin erkennen?
Evolutie, dat wordt het steeds meer;
dat wordt aangehangen;
men geeft God niet de eer
't Zou zijn geweest een oerknal
en men komt steeds dieper in verval.
Bewijzen! Daar wil men wel voor rennen;
ze zullen ze niet zien of krijgen!
Het is ook niet mijn verlangen,
God laat Zich niet bewijzen!
Hij wil worden geloofd
en die dat doet, die wordt beloofd:
nog schonere dingen dan de natuur
zullen zij zien, maar dan puur!
Luister, 'k hoor een kloppende specht
een teken van; het is echt.
Dan ineens een ree,
opgejaagd, dorst en verlangend naar rust
'k voel met haar mee,
'k verlang er naar, dat ik alleen in God berust!
'k Zie een kleurige vlinder;
wie is daarvan de uitvinder?
Ze zijn niet uitgevonden, maar geschapen,
net als die schapen,
die daar op de heide lopen.
Ze zijn aan het grazen
en het zou me bijna verbazen,
maar Jezus is het die me daarmee vergelijkt
waarvan Hij is de Herder!
Heeft Zijn Woord me al zo bereikt;
zo getroffen, dat Hij werd mijn Redder?
Weet ik het zeker, zodat ik het niet alleen zal hopen?
Zijn offer was niet uit de natuur!
Het was Goddelijk en dus onbetaalbaar duur!
Niet te betalen, maar Hij wil het wel uitdelen
'k mag, ja moet er wel om bedelen!
Dat is ook geen natuur,
maar ik mag het wel doen met vuur!
'k Ga nog even verder
me verblijdend in mijn Herder.
U loof ik Heere, U alleen
en elke dag is er één,
die mij dichter brengt bij die Hof,
waar U woont; het hemels paradijs
en het is alsof
ik hoor die wijs:
'k Zal eeuwig zingen,
van Gods goedheid!
Het zijn geen dromen die me omringen
maar.........! Heerlijke Waarheid!

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht » Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken Over dit gedicht   
Geplaatst op: 01-09-2017

Beoordeel dit gedicht nu

10 9 8 7 6
5 4 3 2 1

Over deze dichter

Drikus Engelenhoven
Actief sinds: 18-10-2016 Auteursrechten
Op dit gedicht ‘In de natuur’ van Drikus Engelenhoven zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.