Verdwalend in Gods huis

wil melker

ik zag ze staan
ogen hemelwaarts
schouders rondjes afgezakt
afgegleden als je buigt of barst

bot de koppen
op de dikke nek
met starheid ingebed
stijf staand van gebeden

vingers friemelen aan het kruis
meiden dromen schurkend
duivels ongerechtigheden
graag verdwalend in Gods huis

handen graaien zacht en wit
beesten smakken mond en
lippen in een donker lusten
hijgend rusten tegen schemerstond

grauw klaart even op
genaaid is weer het leven
botheid heeft de schijt aan twijfels
en gaat af en goed op eigen weten

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 15-04-2015

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

wil melker (Actief sinds: 07-02-2014)

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘Verdwalend in Gods huis’ van wil melker zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.