Het onopvallend vruchtje

Coby Poelman - Duisterwinkel

 Stille Landman, zie mij wachten
 in ‘t verborgen duister,
 ik draag een heel klein vruchtje maar.
 Wanneer U langskomt zult U denken
 dat vruchtje is nog lang niet klaar,
 ik leef hier in het donker,
 durf me niet laten zien,
 nooit kom ik in het volle licht,
 komt U een keer bij mij misschien?

 Ik ben zo bang voor al die ruwe mensen
 die plukken in het wilde weg
 en met hun ladders langs mij schuren,
 geen blik mij waardig keurend
 vernielen ze de heg.

 Ik wil zo graag meer vruchten dragen
 maar er komt geen landman langs
 die naar mijn bladerdak komt kijken,
 ik heb geen schijn van kans.
 Ze lopen allen mij voorbij,
 begerig zijn hun ogen
 gericht op vruchten in het licht,
 naar mij wordt niet gebogen.

 O goede Landman,
 bent U daar?
 U hebt mij niet gemeden,
 wat voelt dat fijn, ik zie Uw hand,
 hebt U zich niet gesneden?

 Stille Landman, hoorde U mij?
 Ik heb voor ‘t eerst gebeden!

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 21-04-2014

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Coby Poelman - Duisterwinkel (Actief sinds: 28-03-2014)

Informatie bij het gedicht

Uit de bundel "Geloofsvreugde"

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘Het onopvallend vruchtje’ van Coby Poelman - Duisterwinkel zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.