GEIN EN ERNST
Met hoge muts, luchtig en bont gekleed,
bereikt de potsenmaker zijn vrolijk doel:
zorgen voor druk handenklappen en gejoel
bij stadsvertier of op deftig vloerkleed.
Thuis rust de man onder aansluipend leed,
zit uren lang te kniezen in zijn stoel:
'Welke lachbek kent mijn neerslachtig gevoel?
Onwetende ogen aanschouwen me wreed."
Her verzwaarde gemoed, berooid en kaal,
mag uitzien naar hersteld, trots bewustzijn,
wordt voorgoed gesierd met opwekkende praal.
Als eed'le, overal zwevende wijn
reist Grapjas' naam door blij kinderverhaal
en voldane zakenwereld: Harlekijn!
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht »
Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken
Over dit gedicht
Geplaatst op: 29-01-2020
Beoordeel dit gedicht nu
Over deze dichter
Han Messie (Actief sinds: 18-01-2018)
Auteursrechten
Op dit gedicht ‘GEIN EN ERNST’ van Han Messie zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.