Het volkslied

Dolf de Jong

De oorlog was voorbij
iedereen was blij
na vijf jaar van honger en ellende
die een ieder aan den lijve kende.
In de hongerwinter was die zeer extreem.
M`n vader, broer en zus hadden hongeroedeem.
Maar ik, ik wilde niet dood.
Bedelend voor een sneetje brood
ging ik van deur tot deur.
Maar opeens was het voorbij
iedereen was blij.
Op het Raadhuisplein kwam `t volk te samen
om die blijdschap te beamen,
werd heel ongedwongen
het volkslied gezongen.
Wilhelmus van Nassauwe
Ben ik van Duitsen bloed
En de koning van Hispanje
Heb ik altijd geëerd.

Dit moment was
was voor mij ongekend.
Het is mij heel mijn leven
altijd bij gebleven.
Hoe naïef kon een volk zijn?
Na vijf jaar leed en pijn.
Te zingen dat wij Duitsers zijn.
Hier aan ben ik nooit gewend
en heb het als volkslied nooit erkend.
Het is voor mij altijd een raadsel gebleven.
Waarom toen aan `t oude volkslied
niet gelijk weer de voorkeur werd gegeven?

Wien Neerlandsbloed in de aders vloeit
Van vreemde smetten vrij.
Wiens hart voor land en koning gloeit
Verheff' de zang als wij:
Hij zett' met ons, vereend van zin
Met onbeklemde borst
Het godgevallig feestlied in
Voor vaderland en vorst.
Dd J.

Gedichten navigatie

« Vorige gedicht | Volgende gedicht »

Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken

Over dit gedicht  

Geplaatst op: 27-06-2017

Beoordeel dit gedicht nu

Over deze dichter

Dolf de Jong (Actief sinds: 26-12-2015)

Informatie bij het gedicht

Mijn website is: www.dichteronderdemolen.eu

Auteursrechten

Op dit gedicht ‘Het volkslied’ van Dolf de Jong zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.