Van ouden die voorbijgaan
’t Zachte gereutel van d'oude man
stond haar bovenmatig tegen,
ze zei er daarom iets van,
vergeleek ’t met drenzige regen.
D'oude man kroop in z’n schulp,
zijn vruchtloze roep om hulp,
in de stilte nauwlijks hoorbaar,
vanwege ’t aankomende gevaar,
zij met één ferme pennestreek
hem veegde van de kaart,
beoogde z'n doodsteek,
vond hem niet de moeite waard,
dat vond ie niet zo erg als ’t leek,
hij nu in d'eeuwigheid staart.
Over dit gedicht
Geplaatst op: 02-10-2024
Over deze dichter
Joris Olivier (Actief sinds: 09-06-2023)
© Op dit gedicht 'Van ouden die voorbijgaan' van Joris Olivier zijn auteursrechten van toepassing. Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.