Langs de weg
Langs de weg staat een engel
met wilde haren en een mond vol
verbazing, een engel van steen:
mama, je bent achtergebleven
je hebt teveel gezien
van de koolzwarte hemel
's Nachts trilde de grond, de deur
rammelde van boze buren. 'Ga weg!
riep papa. Wat willen jullie?
Mijn dochters? Zal ik ze sturen?
Ze zijn nog maagd.' Hij riep ons
maar vlug vlug verlieten we de stad
die toen gestenigd werd
We hebben geen vriendinnen meer
Volgend jaar zouden we gaan trouwen
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht »
Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken
Over dit gedicht
Geplaatst op: 12-04-2021
Beoordeel dit gedicht nu
Over deze dichter
Zywa (Actief sinds: 25-04-2018)
Informatie bij het gedicht
Lot (in Sodom bij de Jordaan, in 1950 vC) // Genesis 19:4-8 en Richteren 19:22-29 // Bundel 'Uit Heilige Boeken'
Auteursrechten
Op dit gedicht ‘Langs de weg’ van Zywa zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.