Al Tijd
Al tijd
Wanneer de eeuwigheid tot stilstand komt, zich verloren
waant; zoekt ploegt in oneindige diepte, geen raad weet geen verte kent,
wie zal dan de tijd doen slechten die voorbij de eeuwigheid leeft.
O gij die nimmer huivert, rechtop blijft in de wind, het graf van hoop zal delven opdat Al jou vindt.
Dan zal de Tijd niet langer dralen, wordt eeuwigheid opnieuw bemint.
Wim Joosen, 01-01-2024
Gedichten navigatie
« Vorige gedicht | Volgende gedicht »
Naar deze rubriek
Naar overzicht alle rubrieken
Over dit gedicht
Geplaatst op: 07-04-2024
Beoordeel dit gedicht nu
Over deze dichter
Wim Joosen (Actief sinds: 07-04-2024)
Auteursrechten
Op dit gedicht ‘Al Tijd’ van Wim Joosen zijn auteursrechten van toepassing (©). Het gedicht is onder auteursrechtelijke bescherming geplaatst op Dichters.nl.